Joris Iven

De heks van Cork

 

”Vandaag

Is de feestdag van Sint-Anna

Bid voor mij

Ik ben de heks van Cork”

 

 

Gisteren

In Castle Street

Zag ik twee kobolten op voethoogte

Ik zag een paard zonder kop

De doden

Naar het kerkhof brengen

Aan Turners Cross.

 

 

”Ik ben de heks van Cork

Niemand praat met mij.”

 

 

Als ik in de regen loop

Gooien de kinderen stenen naar mij

Oude mannen zitten achter me aan

En de vrouwen sluiten hun deuren.

Als ik ga sterven

Geloof me

Dan zullen ze me op de brandstapel zetten.

 

 

”Ik ben de heks van Cork

Ik beteken niets.”

 

 

Soms

Met een arend in mijn hoofd

Kan ik zien hoe een trein

Zich gaat te pletter rijden in het station.

Als ik dat aan de mensen zou vertellen

Dan zouden ze me wurgen -

Waar zou ik dan staan?

 

 

”Ik ben de heks van Cork

De mensen haten mij.”

 

 

Toen Canon Murphy stierf

Heb ik gehuild op zijn graf

Dat is vijfentwintig jaar geleden.

Toen ik hem daarnet terugzag

In Dunbar Street

Had hij klei tussen zijn tanden

Hij zegende mij.

 

 

”Ik ben de heks van Cork

De geestelijken hebben meelij met mij.”

 

 

Ik zie de dood

In de takken van een boom

Geboorte in de veren van een vogel.

Maar om een kind te zien met één oog

Of een vrouw begraven in ijs -

Dat is het ergste

Dat is onvoorstelbaar.

 

 

”Ik ben de heks van Cork

Ik ben vol van mijn gedachten.”

 

 

Ik zou jong willen zijn

Me kleden in zijden jurken

En negen kinderen hebben.

Ik zou rode lippen willen hebben

Maar ik ben tachtig jaar oud

Ik heb niets

Buiten een klein huis zonder ramen.

 

 

”Ik ben de heks van Cork

Ga weg van mij.”

 

 

Als ik nu zou sterven

Raak me dan niet aan.

Ik wil wegzeilen in een lange boot

Van hier naar Roche's Point

En daar zal ik de zee zalven

Met olie van albast.

 

 

”Ik ben de heks van Cork

En vandaag is de feestdag van

Sint Anna.

Geef me eten.”

 

 

 

· Naar introductiepagina

· Bloemlezing eigen  poëzie

· Vertalingen eigen  poëzie

· Vertalingen

· Essays

· Toneel