2

 

 

Littekens zijn geduldig met de jaren

gegroeid in mij, in borst,

in zij en onderbuik, stukken

vlees veroverd op een lijf,

 

 

dat ineenkrimpt of weerbarstig

slaat naar wie het omringt

en naar wie het smacht.

 

 

Jij veert overeind met al je

kracht en schreeuwt:

ik heb genoeg hiervan.

 

 

Ik ben door jouw wanhoop verslagen.

 

 

Met gloeiend hete vingerpunt

teken je de lijnen van barsten na,

je last ze open en tast

vergeefs in lillend ingewand,

 

 

het inwendige leven waarvoor

ik beef en schok en dat jij

overhaalt en in jou binnenlaat.

 

 

Jij, jij schroeit mijn tekens af.

 

 

 

· Naar introductiepagina

· Bloemlezing eigen  poëzie

· Vertalingen eigen  poëzie

· Vertalingen

· Essays

· Toneel

Joris Iven