Joris Iven

EEN MIDDAG

 

 

Terwijl hij schrijft, zonder naar de zee te kijken,

voelt hij hoe de punt van zijn pen begint te trillen.

Het getij spoelt door de kiezelstenen.

Maar dat is het niet. Neen,

het is omdat zij op dat moment besluit

helemaal naakt de kamer in te lopen.

Slaperig, een moment lang zelfs niet zeker

waar ze is. Ze strijkt het haar van haar voorhoofd.

Gaat op het toilet zitten, met haar ogen gesloten,

hoofd naar beneden. Benen gespreid. Hij ziet haar

door de deuropening. Misschien

denkt ze aan wat er die ochtend is gebeurd.

Want even later opent ze één oog en kijkt hem aan.

En glimlacht lief.

 

 

· Naar introductiepagina

· Bloemlezing eigen  poëzie

· Vertalingen eigen  poëzie

· Vertalingen

· Essays

· Toneel