Joris Iven

IN DE BIBLIOTHEEK

 

voor Octavio

 

 

Er staat een boek met de titel

“Woordenboek van de engelen”.

Sinds vijftig jaar door niemand geopend,

Weet ik, want toen ik het opende,

Knarste de omslag, de pagina’s

Vielen uit elkaar. Daar ontdekte ik

 

 

Dat engelen ooit even overvloedig

Aanwezig waren als vliegen.

Bij schemering was de hemel

Altijd intiem met hen.

Je moest met beide armen zwaaien

Gewoon om ze op afstand te houden.

 

 

Nu schijnt de zon

Door de grote ramen.

De bibliotheek is een rustige plek.

Engelen en goden samengedrongen

In donkere ongeopende boeken.

Het grote geheim ligt

Op een boekenplank waar juffrouw Jones

Elke dag langs loopt op haar ronde.

 

 

Zij is erg groot, dus houdt ze

Haar hoofd gekanteld als om te luisteren.

De boeken fluisteren.

Ik hoor niets, maar zij hoort het wel.

 

 

 

· Naar introductiepagina

· Bloemlezing eigen  poëzie

· Vertalingen eigen  poëzie

· Vertalingen

· Essays

· Toneel