EEN AFSCHEID
Ik die al die jaren liederen voor je heb gezongen Ik vertrek. De staf is gebroken De jonge ebbenboomplant zinkt weg in het slijk. De wind klaagt en het zaad van het geklaag Zal hij uitstrooien in de open ruimte Waar de regens wouden zullen baren. Ik geloof in de grote dag Waarop onze paden elkaar zullen kruisen: Ik zal dan ontwaken in de woestijn En je zien naderen met potten vol water. Wij zullen op de plaats van de oude man zitten En de knopen losmaken in het uitspansel van de namiddag, In de vruchtbaarheid van de vijgenboom In de grootsheid van de wilgenboom In de savannes van de wegsnellende antilope.
· Essays · Toneel |
Joris Iven |