Joris Iven |
EEN KLAAGZANG(om te worden gezongen bij trage drumslagen met intervals van tien seconden)
Vertel hen, vertel het hen Dat wij de kinderen van het huis van Ashiagbor Gingen jagen, toen we terugkeerden Wezen onze geweerlopen naar de grond, Wij kunnen het niet vertellen; dat een ander het voor ons vertelt. Onze tranen hebben niet hun vrije loop, Wij hebben geen mond waar we het mee kunnen zeggen. Wij namen de kano, de kano met de vracht zand Ze zeggen dat het nijlpaard hem niet kan omver werpen Vaders, het nijlpaard heeft onze kano omver geworpen Wij komen thuis Onze geweerlopen wijzen naar de grond. Moeder, dierbare moeder Waar zijn onze tranen, waar zijn onze tranen. Geef ons de mond om het te vertellen, moeder. Wij liggen op onze knieën voor jou Wij liggen nog op onze knieën.
· Essays · Toneel |