DE OPKOMST VAN DE BOZE GENERATIE
De grote arend licht zijn vleugels op van de droom En het omhulsel van de kinderjaren barst open De wrede ogen fixeren zich op de ochtend Alsof ze de aarde met duisternis wilden bedekken. De mooie vogel bouwt zijn nest met oude bladeren En maakt de takken van de broedplaats klaar Door ze te bedekken met rode veren Alsof hij de aarde wilde waarschuwen voor zijn boosheid. De eens zo trotse planeet gilt temidden van de verschrikking En opent een uitgestrekte ruimte voor de mysterieuze jonge vogel Voor de meedogenloze klauwen van de nieuwe generatie Zij die niet worden afgeschrikt door onechte tranen Zij die zich niet afwenden van het vuur Zij zijn de kinderen van ijzer Zij zijn de onbevreesde bijen van de nacht Zij zijn de toorn van de vulkanische bergen Zij zijn de blijvende boosheid van de Voorvaderlijke Voorvaderen.
· Essays · Toneel |
Joris Iven |