Joris Iven |
POKER
Met zijn vijven waren we aan het spelen die avond, Padge, Kieran, Neal en ik – en, languit liggend in zijn doodkist, Oom Charlie. Telkens hielpen we hem een handje en kwamen om beurten aan bod om namens hem te wedden, deden afstand van zijn verliezen, legden zijn winsten bij elkaar, want wat had hij nog aan geldstukken? Wat anders kon hij nog winnen dan zijn leven? Niettemin, we speelden met zijn vijven die nacht en toen we stopten, was het al daglicht. We lieten de kaarten bij hem achter om hem, voor altijd, te laten herinneren aan dat spel en Padge, Kieran, Neal en ik liepen de straat op naar onze bedden en sliepen tot we hem gingen begraven, dan speelden we weer tot we het eens werden dat de goede handen waren heengegaan met Oom Charlie.
· Essays · Toneel |