Uit: Doving
Langs het raam van deze wagen glijdt de wereld geruisloos voorbij: de huizenrij, de aangeplante bomen.
In stilte gingen rouwenden achter hem aan tot ze voor de laatste leegte stonden, teruggedrongen in dode beknelling.
In herinnering zonder beelden; pijn.
- Even moet iets innigs verschenen zijn in die laatste blik. Oogleden, lippen die naar de hemel reiken, willen kussen.
In heengaan kon hij naderbij niet komen.
· Essays · Toneel |
Joris Iven |