Gevangenisdagboek
Verscheidene dagen heb ik huisarrest Gehad. Mijn tafel is een zonnewijzer Geworden met zijn lege fles. Met een verstandige uitbundigheid Zijn geliefden en vrienden vertrokken.
In het raam hiertegenover Zit een oude vrouw elke namiddag Te praten tegen niemand. Ik schreeuw. Of wel is ze doof, ofwel Heeft ze gelijk.
Ik heb boeken, proviand, stromend water En een kleine kachel. Ik zou het niet erg vinden Als de auto’s zich ’s nachts stil verplaatsten En als er geen licht of gelach Kwam uit de huizen in de straat.
Het duurt langer dan om het even wat – Maar ik weet dat wanneer het voorbij is En geliefden en vrienden terugkomen, Ik het zal vergeten als een kinderziekte Of een slapeloze nacht waar je door gaat.
· Essays · Toneel |
Joris Iven |