CZESLAW MILOSZ - IN MEMORIAM
In zijn laatste jaren, toen hij weer was verhuisd naar Kraków, werkten we aan de vertaling van zijn gedichten per e-mail en telefoon. Rond de tijd van zijn negentigste verjaardag stuurde hij me een reeks gedichten met de titel “Oh!”. Ik schreef om hem te vragen of hij “Oh!” of “O!” bedoelde en hij vroeg me wat het verschil was en zei dat we er misschien aan de telefoon moesten over praten. Aan de telefoon legde ik uit dat “Oh!” een lange zucht van ontzag was, dat het, misschien, gelijk stond met “Wow!” en dat “O!” een verzonken zucht van ontzag en verrassing was, meer als “Huh!” en hij zei, na een adempauze, “O! zonder enige twijfel.” Hier komen de vertalingen die we maakten:
O!
1.
O wat een geluk! Een iris te zien.
De indigo kleur, die Ella’s jurk eens had, en het exquise geurtje was zoals dat van haar huid.
O wat een gemompel om een iris te beschrijven die in bloei stond, toen Ella niet meer bestond, noch al onze koninkrijken, noch al onze Russische desmannen!
2.
GUSTAV KLIMT (1883-1918) Judith I (detail) Oesterreichische Galerie
O, de lippen half open, de ogen half dicht, de roze tepel van je ongesluierde naaktheid, Judith!
En zij stormen vooruit in een aanval op jouw beeld, bewaard in hun herinneringen, overhoop gehaald door de explosies van artilleriegranaten, omvallend in kuilen, in bederf.
O, het massieve goud van je brokaat, van je halssnoer met zijn rijen kostbare stenen, Judith, voor zulk een vaarwel.
3.
SALVATOR ROSA (1615-1673) A Landscape with Figures Yale University Museum
O, het vredige van water onder rotsen, en de gele stilte van de middag, en de uitgestrekte witte wolken erin weerspiegeld!
Figuren op de voorgrond die hun kleren aantrekken na het baden, figuren op de andere oever miezerig, en in hun drukte mysterieus.
O, het meest gewone, weggenomen uit de dagelijksheid en opgetild naar een plek als deze aarde en niet als deze aarde!
4.
EDWARD HOPPER (1882-1967) A Hotel Room Thyssen-Bornemisza Collection, Lugano
O, wat een droefheid, zich niet bewust dat het droefheid is! Wat een wanhoop die niet weet dat het wanhoop is!
Een zakenvrouw, haar uitgepakte koffer op de grond, zit op een bed half uitgekleed, in rood ondergoed, haar haren onberispelijk; ze heeft een stuk papier in haar hand, waarschijnlijk met cijfers.
Wie ben jij? Niemand zal het vragen. Zij weet het evenmin.
· Essays · Toneel |
Joris Iven |