2
Littekens zijn geduldig met de jaren gegroeid in mij, in borst, in zij en onderbuik, stukken vlees veroverd op een lijf,
dat ineenkrimpt of weerbarstig slaat naar wie het omringt en naar wie het smacht.
Jij veert overeind met al je kracht en schreeuwt: ik heb genoeg hiervan.
Ik ben door jouw wanhoop verslagen.
Met gloeiend hete vingerpunt teken je de lijnen van barsten na, je last ze open en tast vergeefs in lillend ingewand,
het inwendige leven waarvoor ik beef en schok en dat jij overhaalt en in jou binnenlaat.
Jij, jij schroeit mijn tekens af.
· Essays · Toneel |
Joris Iven |