LANGS DE REIEN
Ook ik heb in deze straten gelopen, in het spoor van mensen die mij zijn voorgegaan en die ik nooit heb gezien, of die ik wel heb gezien en in mijn geheugen heb opgeslagen maar die ik nooit heb gekend. Ik heb in deze straten langs de reien gelopen. De Rozenhoedkaai, de Dijver. Op deze plek heb ik hand in hand geslenterd met een Ierse die ik niet meer heb teruggezien. Hier heb ik gewandeld met mijn kinderen en hun moeder die ik heb verlaten. Ik ben naar deze plek gekomen met een oude vriendin die hier nooit eerder was geweest. De Potterierei, de Coupure. In deze straten heb ik hand in hand gelopen met de geschiedenis en ik heb haar losgelaten en ik heb haar teruggezocht. Ook ik heb op deze plek in straten gelopen en ik ben hier niet gebleven. Nergens ben ik gebleven.
· Essays · Toneel |
Joris Iven |