Joris Iven

Tekstvak: 	Nieuw

1

 

Alles wat niet blijft, beklijft. De muren,

zoals iemand ze zich herinnert, zijn behangen

met op het papier rechtopstaande kelken

en bloemen, de kleur is vaalbruin en grijs,

het hangt hier niet lang, maar altijd, de kamer

is klein en donker, een maandag in januari

en bij de kachel staat een zomerse ligstoel

met veelkleurig zeil, daarin een moeder die

krijst, haar water breekt, de stemmen wellen

nu op, iemand loopt naar buiten en ik kom.

 

 

Uit de bundel met als werktitel Waar ik was.