Onderweg
Waar ik ook ga, mijn verleden draag ik in mijn handen mee en ik ga niet achteruit. Wat ik heb gevonden, is een spoor, geen onderdak.
Ik ontsnap uit wat ik lees en loop plompverloren door de straten van weleer.
Er wordt geploegd, er worden voren opengelegd, en het zijn voren die ik ken.
Waar is de jachthond die op de glijbaan van de heuvel zijn neus in de wind steekt?
Het gaat over kwijtraken, het draait om verlies.
Ik blijf zoeken naar straatnaam en huisnummer, maar mis de kaart. Dwaal met zwervers, bedelaars en straatartiesten.
Zij verbinden en maken los, halen aan en stoten af. Wat ons bindt, is wat we missen. |
Joris Iven |